Binnenkort op Mooimuziek

» Verboden Muziek
» De Hemelse X Factor van Rebecca Ferguson

gepubliceerd op zondag 2 november 2008

Waist Deep in the Big Muddy, deel 2 - Protest of song?

Eerder verschenen:
Waist Deep in the Big Muddy, deel 1 - Oorlog en muziek


Op de vraag of muziek dient voor vermaak, onderwijs of activisme antwoordde folkzanger Pete Seeger onlangs in een interview door Brian Braiker voor NEWSWEEK: "My father was a bureaucrat in the New Deal and he signed musicians to a development project. He said the important thing is not 'is it good music?' but, 'what is the music good for?'"

Protest songs for a better world "Protest Songs For a Better World" is een verzamel CD met originele nummers met gemeenschappelijke thema's voor een Betere Wereld, uitgebracht in 2005
Gewoonlijk zal bij muziek het onderwerp van de tekst niet belangrijker zijn dan de muziek zelf. Op die manier verwordt muziek immers tot een vehikel voor teksten en opinies.
Maar bij protestsongs is dat natuurlijk precies de bedoeling. Ze zijn daarom ook precies dat: tekst op muziek, en niet muziek met tekst. In protestsongs zal de boodschap die de tekst overbrengt belangrijker zijn dan de emotie die de muziek teweegbrengt.

Maar uiteindelijk is muziek toch 'een aaneenschakeling van klanken met een bepaald ritme in een duidelijk hoorbare structuur'. De protestsong is daarin een genre, zoals soul, blues, jazz, hiphop en rock genres zijn. Daarmee is niet gezegd dat de twee niet samen kunnen: het genre van de protestsong heeft prachtige muziek opgeleverd. Denk alleen al aan het ontroerende "Where have all the flowers gone?" van Pete Seeger (zie Waist Deep in the Big Muddy, deel 1).

Hoes van 'Give Peace a Chance' van de Plastic Ono Band Originele hoes van 'Give Peace a Chance' van de Plastic Ono Band met John Lennon, 1971
Laat muziek vooral aansprekend zijn voor wat het is. Een goede tekst voegt veel toe aan goede muziek, maar kan in combinatie daarmee ook in al zijn eenvoud al een sterke boodschap leveren. John Lennon's "Give Peace a Chance" is daarvan wellicht een aansprekend voorbeeld; wie kent van "Give Peace a Chance" immers de gehele tekst? Als je de tekst naleest, blijkt deze zelfs simpel te zijn, bijna op het infantiele af. En toch is het een van de meest aansprekende protestsongs van de afgelopen eeuw. "All we are saaaaaying / is give peace a chance". Simpele tekst, sterke melodie! En de kracht zit 'm natuurlijk in de herhaling.

Het genre van de protestsong heeft zijn wortels in de folktraditie van muzikanten als Pete Seeger, Woodie Guthrie, Sis Cunningham, Leadbelly, Ives en Ed McCurdy en Bill Monroe en voert terug naar een eeuwenoude voornamelijk Anglo-Amerikaanse traditie van volksmuziek.
Daarmee heeft het genre van de protestsong een langere traditie dan menigeen denkt. In dit verband is het antwoord wel aardig dat Boudewijn de Groot gaf in een interview in 1965 op de vraag "Denk je dat de protestsong nog lang succes zal hebben?": "Nog hoogstens één seizoen, omdat het protest het onderwerp is van de tekst in tegenstelling tot bijv. de Beat, waaronder veel meer valt."

In een interview met Rolling Stone Magazine in 2004 zei Bruce Springsteen over zijn sociaal-politieke engagement: "I always felt that the musician's job, as I experienced it growing up, was to provide an alternative source of information, a spiritual and social rallying place, somewhere you went to have a communal experience".

Hoes van 'We Shall Overcome: The Seeger Sessions' van Bruce Springsteen Hoes van 'We Shall Overcome: The Seeger Sessions' van Bruce Springsteen, 2006
Daarmee geeft hij de sociale verantwoordelijkheid aan die muzikanten hebben. Springsteen's album "We Shall Overcome: The Seeger Sessions" uit 2006 (geïnspireerd door Pete Seeger, een Dual Disc met een CD-kant met 12 folk songs, en een DVD-kant met een film over de totstandkoming van de opnames, waarin je door Springsteen 30 minuten lang wordt meegesleept in zijn liefde voor muziek. Prachtig!) is tegelijk het bewijs dat muziek met een boodschap het gevoel voor en het plezier in die muziek niet uitsluit. Luister naar nummers als "We Shall Overcome", "Pay Me My Money Down" en "Mrs. McGrath".
Dat laatste nummer, "Mrs. McGrath" (correcte - Ierse - uitspraak: "McGraw") is een anti-oorlogssong waarvan de tekst voor het eerst gepubliceerd werd in Ierland in 1815. Het is oorspronkelijk een protest tegen de oorlog om het Iberisch Schiereiland, de zogenaamde "Peninsular War" (1808 - 1814), tussen het Franse leger (onder bevel van Napoleon) en het Engelse (onder bevel van Wellesley).

Wordt er nog wel geprotesteerd door muzikanten?


Het lijkt haast of muzikanten tegenwoordig minder geëngageerd zijn en minder protesteren tegen sociale en politieke wantoestanden dan in de jaren zestig en zeventig. Misschien ben ik niet meer zo betrokken bij nieuwe muziek als ik graag denk te zijn. Misschien ook komt het door de kracht van nummers als "War" van Edwin Star en "Give Peace a Chance" van John Lennon, die boven zichzelf uitgroeiden en metaforen werden voor protest tegen alle vormen van geweld overal ter wereld.

De feiten laten zien dat ook 'moderne generatie' muzikanten zich met protestsongs keren tegen de oorlog in Irak. Bekende artiesten die dat doen zijn System of a Down, Gorillaz, Nine Inch Nails, Kanye West, James Blunt, Dream Theater, Eminem, The Black Eyed Peas, James Blunt en Ben Harper.

Ook rapband "The Coup" sprak zich ondubbelzinnig uit tegen de oolog. Het debuut album van The Coup stamt uit 1993. En terwijl rappers als "Public Enemy" en "KRS-One" zich toen nog bedienden van de retoriek van de "black power" beweging, richtte "The Coup" zich op de politiek. Op hun eerste album wordt meteen duidelijk dat de groep zich meer verbonden voelt met sociaal-politieke problematiek. Rapper en producer Boots (artiestennaam van Raymond Riley) was al vroeg politiek actief. Daarbij heeft het thema van sociale verandering bij hem altijd aandacht gehad. Dit sociaal-politieke engagement heeft The Coup weerhouden van een grote doorbraak.

Hoes van 'Pick a Bigger Weapon' van The Coup Hoes van 'Pick a Bigger Weapon' van The Coup, 2006
Op het album "Pick a Bigger Weapon" uit 2006 staat het nummer "Head (Of State)". Het is een aanklacht tegen de oorlog in Irak (de zogenaamde eerste Perzische Golfoorlog van 1980 tot 1988) en tegen Bush. In "Head (Of State)" worden Bush senior en junior samen met de CIA ervan beschuldigd te hebben samengezworen met Hussein om vanwege het belang in olie de oorlog tussen Irak en Iran te beginnen: "War ain't about one land against the next / It's po' people dyin' so the rich cash checks" (klik hier voor de complete tekst).

In het nummer "Wasted", te vinden op het titelloze album uit 2007 van emo/pop-punk band Cartel is de volgende tekst te vinden: "Manhattan, Twin Towers / Nuclear North Korea, bloodshed in Iraq / [...] screaming send the troops back / Turn the microphone up, you gotta hear the feedback / No gene war, too many wasted".

Hoes van 'Line in the Sand' van Lucy Kaplansky Hoes van 'Line in the Sand' van Lucy Kaplansky, 2004
In het nummer "Line in the Sand" van haar gelijknamige album uit 2004 zingt Lucy Kaplansky "Another bomb lights up the night of someone's vision of paradise / but it's just a wasted sacrifice that fuels the hate on the other side / all in the name of a Holy Land" en in "God Bless This Mess" (van het album "Detours") zingt Sheryl Crow "The president spoke words of comfort with tear drops in his eyes / Then he led us as a nation into a war based on lies".

Ook een aantal van de oudere muzikanten die in de jaren zestig en zeventig al vooraan stonden bij demonstraties tegen de Vietnam oorlog, spelen nu weer een actieve rol als kritikasters tegen de regering Bush en de oorlog in Irak. Denk hierbij aan David Crosby, Bob Dylan, Jackson Browne (in april 2009 te zien in de Heineken Music Hall) en Neil Young (die zich heeft ontpopt tot een van de felste Bush-tegenstanders, zeg maar gerust Bush-haters).

Maar ook Bruce Springsteen, John Mellencamp, The Pet Shop Boys en Barbra Streisand laten in hun muziek, in interviews en bij demonstraties heel duidelijk weten dat ze tegen de oorlog in Irak zijn.

Merle Haggard op de voorkant van Time Magazine Merle Haggard op de voorkant van Time Magazine, 1974
Opvallend is trouwens het standpunt van countryzanger Merle Haggard. Zowel de Rolling Stones als Bob Dylan hebben hem zo hoog zitten dat beide de zanger eerder dit jaar (2008) vroegen hun show te openen.
In de jaren zestig was de nu 68-jarige Haggard echter een fel tegenstander van de anti-Vietnam protesteerders, die hij onwetend en naïef noemde: "They didn't know anything more about the war in Vietnam than I did. [...] I felt I knew how those boys fighting in Vietnam felt.".

Zijn mening lijkt echter honderdtachtig graden gedraaid. Nu vindt hij namelijk dat Amerika zich uit Irak moet terugtrekken: het gaat slecht met de vrijheid en de positie van Amerika.
Yea, men in position but backing away
Freedom is stuck in reverse
Let's get out of Iraq and get back on the track
And let's rebuild America first.


— Merle Haggard in "Rebuild America First"


Zelfs de Rolling Stones, niet bepaald bekend vanwege hun duidelijke politieke standpunten of protestsongs, houden zich deze keer niet afzijdig. Op hun album "A Bigger Bang" uit 2005 staat het nummer "Sweet Neo Con", waarin ze ondermeer zingen: "It's liberty for all / Democracy's our style / Unless you are against us / Then it's prison without trial", als duidelijke aanklacht tegen de wijze waarop gevangenen in de Abu Graib gevangenis en op Guantanamo Bay behandeld worden.

Ook in de volgende nummers wordt een duidelijk standpunt ingenomen tegen de oorlog in Irak:


En ook nu gaan er weer artiesten naar het front om op te treden voor de troepen. Zo wordt voor de tweede keer de Bluzapalooza tour georganiseerd met optredens van Shemekia Copeland, Michael Burks, Deanna Bogart, Zac Harmon, Moreland & Arbuckle en Tony Braunagel.

Daarnaast zijn er natuurlijk ook muzikanten die nadrukkelijk de kant van de regering Bush kiezen en daarmee niet alleen achter de troepen, maar ook achter de politiek staan.
Zo steunt Charlie Daniels (onderhand ook al weer 70 jaar) de oorlog, als de 'good ol' country boy' die hij is. In 2007 trad hij met zijn Band op in Irak (album: "Live from Iraq", 2007).
Ook acts als Joe Lynn Turner (ex-zanger van Deep Purple) die in Irak optrad in 2008, Aaron Tippin (countryzanger, met name in Amerika bekend van nummers met titels als "You’ve Got to Stand for Something" en "Where the Stars and Stripes and the Eagles Fly") en Drowning Pool (metal band, bekend van ondermeer het nummer "This is for the Soldiers") traden op in Irak, niet alleen voor de troepen, maar ook nadrukkelijk vóór de oorlog.

Morgen: 'Waist Deep in the Big Muddy, deel 3 - Oorlogsfilms en muziek' ('Apocalypse Now' en de Rolling Stones)




(*) Gebruikte info en literatuur:
  1. Anti-War Art - 'Massacre in Haditha'
    16 oktober, 2007, The story behind the painting, door Tanya Tier
  2. G.I.'s Tell of a U.S. Massacre in Korean War
    The New York Times, 6 september 1999, door Sang Hun Choe, Charles J. Hanley and Martha Mendoza, Associated Press
  3. Anti-war tunes are getting a hearing
    USA Today, 29 juni 2006, door Edna Gundersen
  4. FindArticles - Rock knocks Iraq
    USA TODAY, juni, 2006, door Edna Gundersen
  5. About.com - Top 10 Classic Anti-War Protest Songs
  6. Vietnam Era Anti War Music
    door J.W. Anderson, Vietnam veteraan
  7. FindArticles - TAKING MUSIC TO THE TROOPS
    Gazette, The (Colorado Springs), Jan 14, 2008, by ANDREA BROWN
  8. Wikipedia: Opposition to the Vietnam War
  9. Antiwar.com
  10. Ze willen het niet écht zien
    cinema.nl, Waarom Irak-films floppen in de Verenigde Staten, 3 april 2008, door Floortje Smit
  11. Protest Music of the 60's

0 reacties: