Bij 'mooie muziek' denk ik niet meteen aan hardrock. Bij lekkere muziek kan ik wel denken aan hardrock, al hoeft deze dan weer niet per se mooi te zijn. Een goed voorbeeld daarvan is Australische band AC/DC. Tijdens een korte wachtperiode op Station Sloterdijk, waar ik vlakbij een opdracht uitvoer, kocht ik onlangs de CD 'If You Want Blood, You've Got It', waarop deze gladiatoren der hardrock zo'n vijf kwartier lang in stevig tempo hun fans vermaken tijdens een live optreden opgenomen in 1978. Ik beluisterde deze CD samen met mijn broer in de auto van Amsterdam terug naar Rotterdam, tijdens de na-spits, gedurende de complete 5 kwartier die het album duurt.
We hadden net een vermoeiende 'day at the office' achter de rug, vanwege verschillende opdrachten toevallig bij elkaar in de buurt in het dichtbebouwde kantorencentrum nabij Sloterdijk. Unaniem besloten we de gloednieuwe JBL boxen een stresstest af te nemen. Er werd weinig gezegd in de Peugeot die avond; de hardrock van AC/DC maakte elke conversatie sowieso onmogelijk.
Het moet een vreemd doch vermakelijk gezicht zijn geweest: twee heren in pak die voorzichtig headbangend in een nieuwe 207 voorbij reden.
Na een dag vol stress, problemen en lange tenen kan ik AC/DC van harte aanbevelen. Ondanks de minimalistische eenvoud van de muziek dwingen de muzikanten respect af, zowel vanwege het enorme uithoudingsvermogen dat ze moeten hebben (met name zanger Bon Scott, drummer Phil Rudd en de immer als schooljongen op het podium rondspringende gitarist Angus Young kunnen na zo'n concert toch niet anders dan doodop zijn geweest), als ook vanwege het strakke ritme en het moordende tempo waarin de nummers elkaar opvolgen. Er worden weinig tot geen woorden vuil gemaakt aan interactie met het publiek. In de plaats daarvan wordt alle energie gestoken in de productie van veel lawaai. Strakke ritmes, snerpende gitaren en een hese stem brengen een reeks herkenbare nummers en wereldhits ten gehore als 'Whole Lotta Rosie' en 'Let There Be Rock'. De stem van Bon Scott, die in het jaar van het concert nog slechts twee jaar te leven had, lijkt het af en toe bijna te begeven. De snaren van Angus Young en broer Malcolm houden het vol, al gaat dat tegen elke natuurwet in. En de drums van Phil Rudd zijn dermate strak dat het lijkt alsof hij mechanisch wordt aangedreven.
Daarnaast is het gewoon lekkere muziek. Het is waar: je moet het vooral niet te vaak horen - zo ééns in het half jaar is meer dan genoeg - maar een nummer als 'Whole Lotta Rosie' is niet voor niets een klassieker. Het stampt lekker mee, het zingt lekker mee en de luchtgitaren gieren er fantastisch bij.
Op de snelweg van Amsterdam naar Rotterdam heb ik toch weer even genoten van de highway to hell!
Op de regel 'mooie muziek <> hardrock' vormt de Amerikaanse band Boston wat mij betreft overigens de spreekwoordelijke uitzondering. Het nummer 'A man I'll Never Be', verschenen op de LP/CD 'Don't Look Back' - uit het zelfde jaar als 'If You Want Blood, You've Got It' van AC/DC - is niet alleen een klassieker, maar zo mooi dat het kan wedijveren met de beste soul ballads. Dan is het toch eeuwig zonde dat Brad Delp eind 2007 besloot zich van het leven te moeten beroven. Hoe vreselijk eenzaam iemand kan zijn die dergelijke mooie muziek heeft gezongen gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Gedenk Brad vooral veelvuldig door veel te luisteren naar dit prachtige nummer!
"I can't get any stronger, I can't climb any higher
You'll never know just how hard I've tried
Cry a little longer, and hold a little tighter
Emotions can't be satisfied
You look up at me, and somewhere in your mind you see
A man I'll never be" - Tom Scholz
0 reacties:
Een reactie posten